In de meicirculaire 2018 heeft het Rijk aangekondigd het betaalritme van de onderuitputting BCF te wijzigen. Vanaf 2019 wordt pas in de septembercirculaire de afrekening van het huidige jaar in de algemene uitkering verwerkt. Meerjarig wordt de ruimte niet meer meegenomen. Hierdoor worden de geraamde uitkeringsfactoren in deze meicirculaire substantieel naar beneden bijgesteld ten opzichte van ramingen uit voorgaande circulaires. Het Rijk en de VNG hebben het standpunt ingenomen dat elke decentrale overheid zelf verantwoordelijk is voor het maken van een reële inschatting van de ruimte onder het plafond BCF. Wij hebben de door het Rijk geraamde onderuitputting 2018 als uitgangspunt genomen voor een realistische schatting. Dit is minder dan de helft van de door het Rijk ingeschatte onderuitputting voor 2019, maar wel € 100 miljoen hoger dan de laatst bekende realisatiecijfers (=2017). Wij zijn van mening dat dit een realistische raming is. De daadwerkelijke onderuitputting is - net als in voorgaande jaren - afhankelijk van de daadwerkelijke BCF declaraties van gemeenten en provincies en kan dus zowel hoger als lager uitvallen. Door de administratieve wijziging van het Rijk is extra nadruk op dit reeds bestaande risico gelegd door de provinciale toezichthouder. Als we op basis van de laatst bekende realisatiecijfers 2017 ramen valt de Algemene Uitkering € 1 miljoen lager uit. Omdat we hier transparant over willen zijn, nemen we dit bedrag nu op in de risicoparagraaf.
Uitspraak beroep Q-park
Structureel
PM
2
Structureel
PM
1
Op basis van recente uitspraken in soortgelijke zaken verwachten we een gunstige uitspraak.
Toelichting:
Per 1 juli 2014 is onze gemeente verplicht om aan de Wet Markt en Overheid te voldoen. Deze wet is bedoeld om concurrentievervalsing door de overheid te voorkomen. Op 9 september 2014 heeft de raad activiteiten die in het algemeen belang plaatsvinden aangewezen. Dit besluit is op 16 september 2016 gepubliceerd. Tegen de aanwijzing van het aanbieden van parkeergelegenheid op transferia als activiteit die plaatsvindt in het algemeen belang is op 4 oktober 2016 bezwaar ingediend door Q-park. Op 9 mei 2017 heeft de raad op advies van de Commissie van advies voor de bezwaarschriften het bezwaarschrift deels gegrond en deels ongegrond verklaard en het besluit met aanvulling van de motivering in stand gelaten. Tegen dit besluit heeft Q-park beroep ingesteld. Zij zijn door de rechtbank in het gelijk gesteld, omdat de gemeente het besluit onvoldoende heeft gemotiveerd en de belangenafweging onvoldoende is geweest. Wij gaan tegen het besluit in hoger beroep. De financiële gevolgen van deze uitspraak zijn vooralsnog niet bekend.
Stortplaats Meerendonk/Vlagheide
Incidenteel
PM
4
Incidenteel
PM
4
Toelichting:
Na definitieve sluiting van de stortplaats de Meerendonk wordt de stortplaats overgedragen aan de Provincie. Deze is dan verantwoordelijk voor de eeuwig durende nazorg. Bij overdracht worden de toekomstige nazorgkosten van de provincie contant gemaakt met een zogenaamde rekenrente en dat doelvermogen moet vervolgens bij de provincie beschikbaar zijn om de kosten van de eeuwigdurende nazorg af te dekken. Dit geldt ook voor de voormalige stortplaats van het stadsgewest, de Vlagheide. Voor deze stortplaats is de gemeente 's-Hertogenbosch voor ongeveer 40% risicodrager. Nu de rente al langere tijd laag is wil de provincie de rekenrente gaan verlagen. Dat betekent dat het doelvermogen hoger moet zijn. Op dit moment is er voor de Meerendonk en de Vlagheide respectievelijk € 5,4 miljoen en € 16,5 miljoen doelvermogen beschikbaar. Een verlaging van de rekenrente met 1% vraagt een doelvermogen dat 50% hoger is. Tevens is het Stadsgewest nog verwikkeld in een arbitragezaak met zowel haar aannemer als met Attero.
Het totale bedrag van de borg- en garantstellingen, exclusief de afzonderlijk opgenomen garanties ten behoeve van zorginstellingen, bedraagt op 31 december 2018 € 69,8 miljoen en bestaat uit: • een verstrekte borgstelling aan Haverleij B.V. voor het aangaan van een rekeningcourant bij de BNG van maximaal € 15,9 miljoen. De partners van de gemeente in Haverleij B.V. - Heijmans Vastgoed B.V. en Bouwfonds Ontwikkeling B.V. - hebben zich beiden voor 1/3 van de bovenstaande borgstelling aansprakelijk gesteld. Onze gemeente staat dus voor € 5,3 miljoen garant. • gewaarborgde geldleningen voor een totaal van € 64,5 miljoen. • de gemeente is achtervang voor de stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) en de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Mochten deze fondsen tekorten krijgen dan zijn alle gemeenten verplicht om, voor hun aandeel, een renteloze lening te verstrekken aan het waarborgfonds. Met ingang van 1 januari 2011 draagt het Rijk de volledige achtervang voor de stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) voor alle nieuwe borgstellingen vanaf die datum. Een specificatie van de verstrekte borg- en garantstellingen is opgenomen in de staat van gewaarborgde geldleningen in het bijlagenboek. De gemeente heeft geen specifieke voorzieningen getroffen voor bovenstaande borg- en garantstellingen.
(Leningen aan) deelnemingen in verbonden partijen
Incidenteel
PM
2
Incidenteel
PM
2
Toelichting:
Verbonden partijen zijn samenwerkingsverbanden (privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersonen) waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. ’s-Hertogenbosch neemt alleen deel in een verbonden partij indien daarmee een publiek belang wordt gediend. Naast efficiency- en/of effectiviteitsvoordelen voor de gemeente en het gebruik maken van de kennis en expertise van derden, is het spreiden van risico vaak een belangrijke reden voor het aangaan van een verbonden partij. Deze verbonden partijen lopen echter wel (markt)risico’s bij het uitvoeren van hun activiteiten. Daarmee zijn er, zeker in de huidige economische omstandigheden, voor de gemeente risico’s verbonden aan deze participaties en aan de leningen die zijn verstrekt aan deze verbonden partijen. En zullen wij periodiek de financiële situatie van de verbonden partijen moeten blijven monitoren.
Herziening besluit gelegenheid geven tot sportbeoefening
Incidenteel
1.300.000
2
Er vindt geen herziening met terugwerkende kracht plaats, risico kan vervallen
Toelichting:
Op dit moment is het onder bepaalde voorwaarden voor een exploitant van een sportaccommodatie (in veel gevallen de gemeente) die zijn accommodatie ter beschikking stelt aan sporters of sportverenigingen mogelijk om (tegen het verlaagde btw-tarief van 6%) gelegenheid te geven tot sportbeoefening. Voordeel van toepassing van het btw-belast gelegenheid geven tot sportbeoefening is dat btw op gemaakte kosten die aan deze activiteit zijn toe te rekenen in aftrek kan worden gebracht (meestal zijn deze kosten belast met 21% btw). De wetswijziging die ingaat per 1 januari 2019 houdt in dat organisaties zonder winstoogmerk voor het ter beschikking stellen van sportaccommodaties niet meer het 6%-tarief maar de btw-vrijstelling moeten toepassen met het verlies van het recht op aftrek van de btw op de investeringen en exploitatiekosten in sportaccommodaties als gevolg. Dit zal tot substantieel hogere investerings- en exploitatielasten leiden. Per jaar wordt binnen de exploitatie en inclusief de investeringen en uitgaven binnen de onderhoudsvoorziening gemiddeld bijna € 800.000 verhaald. Uitgangspunt is dat er in dezelfde orde van grootte compensatie wordt geboden aan gemeente, maar hoe dat precies wordt vorm gegeven is nog onduidelijk. De eerste meldingen geven aan dat het Rijk zelf eerst uitvoeringskosten afroomt en dat het om een plafondbedrag gaat. Verdeling op basis van aanvraag met verhoudingsgewijs lagere toekenning bij overvraging, verantwoording via SISA. Het is dus nog onduidelijk of dit een niet-budgettair effect heeft voor de gemeente 's-Hertogenbosch. Ook is er nog niets bekend over de exacte wetswijziging en een eventuele overgangsregeling. Een mogelijke herziening met terugwerkende kracht voor de verhaalde BTW van afgelopen jaren behoort ook tot de mogelijke consequenties van de aanpassing van het besluit gelegenheid geven tot sportbeoefening. Gedacht moet worden aan een terugbetaling van ruim € 1.300.000 aan verhaalde btw. Wij achten het waarschijnlijk dat in geval van herziening sprake zal zijn van een financiële tegemoetkoming door het rijk aan gemeenten (en derden). We noemen hier wel het maximale risicobedrag. Er vindt geen herziening met terugwerkende kracht plaats, risico kan vervallen
Flik Flak
Structureel
350.000
5
Budget is bij de begroting 2019 nieuw beleid toegekend, risico kan vervallen
Toelichting:
Vooral door sterk afgenomen mogelijkheden om extra inkomsten van externe subsidies en fondsen binnen te halen geeft Stichting Flik-Flak aan niet meer in staat te zijn om de volledige gebruiksvergoeding te betalen aan Stichting Accommodatie Flik-Flak. Als gevolg van het niet volledig kunnen betalen van de gebruiksvergoeding door de hoofdgebruiker Stichting Flik-Flak en door een hogere benodigde storting in de onderhoudsvoorziening ontstaat er ook bij Stichting Accommodatie Flik-Flak structureel een financieel tekort. Er wordt onderzoek gedaan naar een structurele oplossing. Omdat het budget in de begroting 2019 is verwerkt kan dit risico vervallen.
Herziening besluit gelegenheid geven tot sportbeoefening
Structureel
800.000
1
Structureel
PM
3
De beschikbare compensatieregeling kent een landelijk plafond en het is nog onbekend of dit toereikend zal zijn. Voor 2019 staan enkele grote investeringen gepland. Bij een korting naar rato zal het nadeel groter dan gemiddeld zijn.
Toelichting:
Op dit moment is het onder bepaalde voorwaarden voor een exploitant van een sportaccommodatie (in veel gevallen de gemeente) die zijn accommodatie ter beschikking stelt aan sporters of sportverenigingen mogelijk om (tegen het verlaagde btw-tarief van 6%) gelegenheid te geven tot sportbeoefening. Voordeel van toepassing van het btw-belast gelegenheid geven tot sportbeoefening is dat btw op gemaakte kosten die aan deze activiteit zijn toe te rekenen in aftrek kan worden gebracht (meestal zijn deze kosten belast met 21% btw). De wetswijziging die ingaat per 1 januari 2019 houdt in dat organisaties zonder winstoogmerk voor het ter beschikking stellen van sportaccommodaties niet meer het 6%-tarief maar de btw-vrijstelling moeten toepassen met het verlies van het recht op aftrek van de btw op de investeringen en exploitatiekosten in sportaccommodaties als gevolg. Dit zal tot substantieel hogere investerings- en exploitatielasten leiden. Per jaar wordt binnen de exploitatie en inclusief de investeringen en uitgaven binnen de onderhoudsvoorziening gemiddeld bijna € 800.000 verhaald. Uitgangspunt is dat er in dezelfde orde van grootte compensatie wordt geboden aan gemeente, maar hoe dat precies wordt vorm gegeven is nog onduidelijk. De eerste meldingen geven aan dat het Rijk zelf eerst uitvoeringskosten afroomt en dat het om een plafondbedrag gaat. Verdeling op basis van aanvraag met verhoudingsgewijs lagere toekenning bij overvraging, verantwoording via SISA. Het is dus nog onduidelijk of dit een niet-budgettair effect heeft voor de gemeente 's-Hertogenbosch.
Instandhouding sportaccommodaties
Structureel
479.000
5
Budget is bij de begroting 2019 nieuw beleid toegekend, risico kan vervallen
Toelichting:
De gemeente is eigenaar van de sport- en recreatievoorzieningen in de stad. De totale (vervangings-) waarde van dit areaal is ongeveer € 120 miljoen euro. Dit is exclusief Sportiom. De voorzieningen worden sober doch doelmatig onderhouden tot het moment dat deze toe is aan vervanging of een grote renovatie. Uit de meerjaren planning voor het onderhoud blijkt dat dit niet voldoende is. Om ook in de toekomst het areaal sober doch doelmatig te onderhouden is jaarlijks ongeveer € 735.000 extra nodig. Voor de jaren 2018 en 2019 was hiervoor al € 200.000 beschikbaar gesteld en de jaren daarna € 400.000. Recent is echter besloten om deze beschikbaar gestelde ruimte deels te benutten voor de aanleg van 6 extra kunstgrasvelden, waardoor weer circa € 144.000 extra benodigd is voor de instandhouding. Dit betekent dat in 2018 en 2019 nog € 56.000 beschikbaar is en van 2020 € 256.000. U heeft ingestemd met het nieuw beleid 2019, dit risico is vervallen.